Curriculumanalyse deel C.
Stap 4
Inhoudelijke opbouw vh
curriculum analyseren, de leerdoelen, leerlijnen/opbouw. Volg de opbouw vd
leerlijnen en leerdoelen over de jaren heen. Gebruik het kd en referentiekaders
taal en rekenen en leren loopbaan en burgerschap.
In overeenstemming met de wet Referentieniveaus Nederlandse
taal en rekenen zijn de voor het mbo vastgestelde referentieniveaus Nederlandse
taal en rekenen van toepassing. Voor deze kwalificatie zijn beide
referentieniveaus vastgesteld op 2F. Vanaf schooljaar 2013-2014 worden de resultaten
vermeld op de resultatenlijst. De
resultaten voor Nederlands en rekenen tellen voor alle studenten nog niet
mee in de slaag-/zakbeslissing. De
kwalificatie eisen burgerschap zijn: de politie- juridische dimensie; de
economische dimensie; de sociaal-maatschappelijke dimensie; de dimensie vitaal
burgerschap.
Stap 5
Vraag 1: Welke
leerlijnen/leerdoelen herken je?
De integrale leerlijn houdt in dat studenten per
les-blok een beroepsproduct ontwikkelen
m.b.v. de integrale opdracht (IO). Dit is een grote opdracht waarbinnen
meerdere beroepsaspecten van een pedagogisch werker in de kinderopvang zijn
geïntegreerd. De student koppelt de werkprocessen van de IO aan de BPV
(beroepspraktijkvorming). In deze leerlijn wordt ook de theorie en vaardigheden
verworven die nodig is om de opdrachten te kunnen uitvoeren. Op deze manier
ontwikkelen studenten hun competenties.
De basisleerlijn bestaat uit lessen die de
noodzakelijke kennis, vaardigheden, houding en motivatie van studenten omvat
die ze niet aanleren via de integrale opdrachten. Binnen de basisleerlijn
worden ze ook voorbereid op de examens voor Nederlands en rekenen en werken ze
aan burgerschapscompetenties.
De loopbaanleerlijn is gericht op het betekenis
geven aan de studie, studievaardigheden en uiteindelijk de loopbaan van de
student. Belangrijke basis zijn de 3 kernwaarden van het Summa College:
professionaliteit, toewijding en verantwoordelijkheid én de 5 elementen van
loopbaanontwikkeling die in de landelijke kwalificatie-eisen beschreven zijn.
Deze 5 elementen zijn vertaald als: ‘ontdek je talent’ (capaciteitenreflectie),
‘ontdek je passie, (motievenreflectie), ‘ontdek je werkplek’
(werkplekexploratie), ‘zelf aan zet’(loopbaansturing) en ‘in gesprek met’
(netwerken). Zie visie op LOB van
het Summa College.
De keuzeruimte is een deel van de
opleiding dat op verschillende manieren kan worden ingevuld. Bijvoorbeeld door
een aanbod vanuit school dat verplicht is voor iedere student, een aanbod in
overleg met het werkveld, een aanbod van diverse activiteiten waaruit studenten
kunnen kiezen, of een door school goedgekeurd voorstel van studenten.
Vraag 2: Naar welke
leerdoelen leiden deze leerlijnen?
De leerlijnen leiden naar de kerntaken 1 t/m 3 (zie bijlage
1 curriculumanalyse D), welke zijn onderverdeeld in de werkprocessen met
daarbij behorende competenties. Het toetsen hiervan vraagt om het meten van
gedrag in beroepssituaties, waarbij het Summa College ervoor heeft gekozen om
bij ieder werkproces indicatoren te benoemen die concreet gedrag aangeven
behorende bij de praktijksituatie.
Vraag 3: Welke
integratie of samenhang van leerdoelen zie je?
De integrale leerlijn:
Basis voor de integrale leerlijn vormen de kerntaken. De
integrale leerlijn bestaat uit integrale opdrachten, die de student de
gelegenheid bieden om in samenhang te werken aan de ontwikkeling van zijn
kennis, vaardigheden en houding. In deze leerlijn worden (toepassingsgerichte)
kennis,
vaardigheden en houding aangebracht die nodig zijn om
integrale opdrachten te kunnen uitvoeren.
Begeleiding en reflectie bij deze leerlijn vindt plaats op
niveau van product, proces en competentiegroei. In het ontwerp van de opleiding
is de integrale leerlijn opgebouwd uit: integrale opdrachten, beroepsactiviteiten
(deelopdrachten) en ondersteunende onderwijsactiviteiten. Niet alle
werkprocessen komen gelijkmatig aan de orde tijdens de gehele opleiding.
Basisleerlijn:
In de basisleerlijn worden activiteiten aangeboden (lessen,
trainingen, workshops) om de student de
benodigde funderende kennis, vaardigheden en houding bij te
brengen, die zij paraat moeten hebben om toepassingen te kunnen doen en die
helpt om inzichten te krijgen. Op basis van het geleerde is een transfer
mogelijk naar de andere leerlijnen, waardoor bepaalde keuzes in de integrale opdracht,
de praktijk of tijdens een examenactiviteit worden beargumenteerd of toegepast.
Begeleiding en reflectie in deze leerlijn richten zich op deelaspecten uit de
competenties en de samenhang daartussen, en helpen de student om zich bewust te
worden van zijn competentieontwikkeling. In deze lijn wordt ook generieke,
algemeen vormende kennis aangeboden die niet te linken is aan integrale
opdrachten.
Loopbaanlijn:
Vormgeven aan de loopbaan is het lot in eigen hand nemen en
zelf sturing geven aan het vinden van
betekenisvol werk of een vervolgopleiding die aansluit op
eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden
en motieven. Met de loopbaanbegeleider stelt de student
hiervoor een leerroute op die hij in de vorm van een programma volgt. De
elementen die in de loopbaanlijn aan de orde komen zijn: reflectie op die
capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, beschouwing van de wensen en
waarden voor de loopbaan, onderzoek naar werk, loopbaangerichte planning en
beïnvloeding van het leer- en werkproces en het opbouwen van contacten op de
arbeidsmarkt. In het ontwerp van de opleiding bestaat de loopbaanlijn uit
opdrachten en begeleidingsactiviteiten.
Vraag 4: Hoe komen
deze leerdoelen in het primaire proces van jouw groep(en)/leerjaren terug (e.g.
methoden, contractwerk, vakken en leermiddelen)?
Het vormgeven van het onderwijs start bij de integrale
leerlijn. Integrale opdrachten vormen de rode
draad en de kern van opleiding. Hiervan uitgaande wordt
invulling gegeven aan de andere lijnen. Ondanks dat er gestreefd wordt naar
integratie van kennis, vaardigheden en houding, blijft de kennis- en
vaardighedencomponent aantoonbaar in het programma aanwezig.
Binnen het Summa College wordt onderscheid gemaakt tussen het
examineren (summatief
beoordelen) en ontwikkelingsgericht beoordelen (formatief
beoordelen). De definitie hiervan is:
‘Ontwikkelingsgericht beoordelen
(voorheen formatieve toetsing) is gericht op het opsporen
van sterke en zwakke punten in de
competenties van de student. Deze vorm van beoordelen
leidt tot beslissingen die te maken
hebben met het leerarrangement van de student en die
vastgelegd worden in het POP van de
student.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten